Voorzichtigheid van gebruik fluorochinolonen

De werkgroep erfelijke Thoracale aortaziektes (HTAD WG) heeft de volgende consensusverklaring uitgebracht over het gebruik van fluorochinolonen bij patiënten met erfelijke Thoracale aortaziektes (HTAD):

“Bij patiënten met HTAD moeten Fluorchinolonen met voorzichtigheid worden gebruikt vanwege een mogelijk risico op verergering van aortaziektes. Het gebruik van alternatieven verdient de voorkeur in afwachting van verder bewijs.

Fluorchinolonen (FQ) zijn een groep antibiotica die worden gebruikt voor de behandeling van een grote verscheidenheid aan infecties. FQ zijn onlangs in verband gebracht met een verhoogd risico van aorta aneurysma of dissectie in een aantal menselijke en dierlijke studies. Patiënten met HTAD, zoals Marfan syndroom, hebben een verhoogd risico op aorta-aneurysma of dissectie als gevolg van pathogene varianten in een van de genen die betrokken zijn bij de productie en regulatie van de belangrijkste componenten van het bindweefsel (bijv. collageen, fibrilline en elastine).

De bekende nadelige effecten van FQ omvatten een verhoogd risico van peesbeschadiging en experimentele studies hebben gesuggereerd dat deze schade te wijten kan zijn aan een toename van collageenafbraak veroorzaakt door deze antibiotica. Omdat de aorta even rijk is aan collageen, is de hypothese gesteld dat FQ ook het risico op aortaziektes kan verhogen.

Totdat verder onderzoek is gedaan naar de effecten van fluorochinolonen op het aortaweefsel, moeten artsen die HTAD-patiënten behandelen en HTAD-patiënten zelf op de hoogte zijn van deze consensusverklaring, die uitgebreid is onderzocht en goedgekeurd door alle leden van de VASCERN HTAD-WG.
Bron: Vascern.eu